Wanneer een wijngek een wijn door middel van ruiken en proeven beschrijft, worden er tal van termen genoemd. Bijvoorbeeld: strak, droog, filmend, tannineus, schraal, pittig, elegant, rond, zwoel, rijp, onrijp, open of gesloten. Termen die niet voor iedereen duidelijk zijn en bovendien zeer persoonlijk en subjectief. Zeker de laatste twee, open of gesloten wijn. U denkt wellicht meteen aan een fles die reeds open of nog afgesloten is met kurk of schroefdop.
Nee, in termen van proefnotities spreken we van een ‘open’ wijn als deze al direct heel uitgesproken aroma’s heeft, zich als het ware ‘open’ stelt aan de proever en zich van alle kanten laat zien én proeven!
Een gesloten wijn daarentegen is ingetogen, vaak jeugdig, nog wat onontwikkeld. De geur is wat vlak en nog niet erg uitbundig. Een gesloten wijn geeft zich nog niet helemaal bloot en heeft er vaak baat bij nog wat langer te blijven liggen. Let wel: afgesloten laten liggen. Helaas kan dit niet meer wanneer u hem reeds open heeft, geproefd heeft en bekritiseerd hebt met de term ‘gesloten’.
Wat is dan wijsheid? U kunt zich wagen aan de uitspraak: Sesam, open u! Wellicht helpt dit als u een tijdje wacht. Sommige gesloten wijnen geven zich al meer bloot na een tijdje in uw glas. De wijn heeft dan zuurstof gevangen en is wat opgewarmd. Een andere optie is decanteren. Giet de wijn in een decanteerkan, laat hem lekker erin klokken en de wijn vangt een enorme hoeveelheid zuurstof waardoor hij zich beter kan prijsgeven. Nog een optie is de fles één, hooguit twee, dagen op uw aanrecht laten staan. Wel even afsluiten met een wijndop.
Of gewoon accepteren dat de wijn nou eenmaal een beetje jeugdig en gesloten  is. Bescheiden. Wat verlegen wellicht. Drink de wijn als aperitief of bij een lichte eenvoudige maaltijd. Een maaltijd die er ook niet zo ‘uitspringt’ qua geur en smaak. Daar past ie waarschijnlijk perfect bij.
Een zeer complexe, uitgesproken, ‘open’ wijn past daarentegen beter bij rijkere, geurende ingewikkelde maaltijden. Gelukkig is niet elke maaltijd of elke gang zo complex.
Eenvoud is soms best heel lekker.
Een simpel, niet complex maar verrukkelijk ‘bescheiden’ gerechtje voor een wat gesloten, jeugdige wijn is het volgende:

Spinazie ovenschotel met ei en mozzarella
Hoofdgerecht voor 4 personen

Ingrediënten:
5 plakjes bladerdeeg
6 eieren
125 ml crème fraîche
2 bolletjes mozzarella
Groene pesto
750 gram spinazie
180 gram hamblokjes (voor niet vleeseters deze weglaten)
1 ui
Olijfolie
Zout en peper
1 beschuit
Italiaanse kruiden
Boter

Bereiden:
Ontdooi het bladerdeeg en kook 4 eieren hard. Verwarm de oven op 200 graden.
Snijd de ui fijn en de mozzarella in plakje. Besmeer de mozzarella met de pesto. Vet de ovenschaal in met de boter en bekleed deze met het bladerdeeg.
Fruit het uitje even aan in de olijfolie en voeg hier eventueel de hamblokjes aan toe. Na 2 min de spinazie toevoegen en kort meebakken. Bestrooi het geheel met peper en zout naar smaak.
Pel de 4 eieren en snij ze in plakjes. Leg plakjes mozzarella op de bodem van de ovenschaal en daarop de plakjes ei. Giet de spinazie af en druk het vocht er goed uit. Verkruimel de beschuit en roer deze door de spinazie zodat het laatste vocht wordt opgenomen. Meng in een kom de crème fraîche en de 2 overgebleven eieren. Klop dit goed door elkaar met een beetje Italiaanse kruiden. Doe de spinazie bovenop de mozzarella en eieren. Giet hierna de crème fraîche met eieren eroverheen. Misschien nog een beetje Italiaanse kruiden en peper en zout en dan kan de schaal 35 minuten in de oven.
Drink hierbij een jeugdige, eenvoudige witte wijn gemaakt van bijvoorbeeld pinot blanc of sauvignon blanc!

 

Tekst: Eline Jaarsma