Mijn oma noemde me vroeger ‘konijntje’ omdat ik het liefst rauwe stukjes groente at (van wortel tot broccoli en bloemkool). Alles lekker hard en knapperig. ‘Raw food’ genaamd in deze moderne wereld.
Of gekookte of rauwe groenten gezonder zijn, zijn de meningen over verdeeld. Wel snap ik dat ik vroeger de rauwe groente prefereerde want oma’s kookten al de groenten zowat tot snot. Dan ben ik overigens wel overtuigd van het feit dat dit minder gezond is: alle vitamientjes zijn verdwenen of giet je zo met het kookwater door je gootsteenputje.
Tegenwoordig heb ik mijn voorkeur voor medium gekookte groente; niet te hard en niet te zacht.
Een konijntje voel ik me in die zin dus niet meer. Ook al bestempel ik me deze maanden wel met de titel ‘proefkonijn’. Zodra het najaar wordt start de tijd van de wijnproeverijen. Ieder weekend (en anders wel een of meerdere doordeweekse avonden) staat er wel een proeverij op de planning. Iedereen kijkt uit naar de feestdagen en proeft en keurt tot de ideale ‘kerstwijn’ gevonden is.
Leuke evenementen altijd. Met enthousiaste wijn(en spijs) liefhebbers met oprechte interesse voor deze mooie drank.
Voorafgaand aan een proeverij keuren we de flessen door van elk een slokje te proeven (en weer uit te spugen). Wat betekent dat je iedere keer gemiddeld wel zo’n 50 wijnen proeft.
En bij iedere nieuw te openen fles herhaal je dit fenomeen nogmaals…
De betiteling PROEFKONIJN is dan ook niet zomaar in me opgekomen.
En het erge is dat als ik na zo’n lange dag werk thuiskom tegen mijn lief zeg: “Schat, zullen we even op de bank gaan zitten met een glaasje wijn?!”
Het grote verschil is dat ik het glas dan drink, en niet proef. Een groot verschil, ook qua beleving en moment. Toch voel ik me in deze maanden tot aan kerst een beetje een flappie als in het liedje van Youp van ’t Hek. Alleen eindig ik niet op uw bord.
Bent u van plan konijn te eten met de feestdagen? Denk dan aan dé (proef)konijnwijn: voor de roodliefhebber een Cabernet Franc uit de Loire of een rode Bourgogne. Liever wit: drink een Pinot Grigio!

Tekst: Eline Jaarsma